Standbeeld van Koetozov. De Kazankathedraal en de Christus-Verlosserkerk werden gebouwd ter herdenking aan de oorlog
Tot 1941 stond de veldtocht in Rusland bekend als de Vaderlandse Oorlog (Russisch: Отечественная война; Otetsjestvennaja Vojna); de Russische term Vaderlandse Oorlog van 1812 onderscheidt het van de Grote Vaderlandse Oorlog, de term die de Sovjetautoriteiten gebruikten voor hun front in de Tweede Wereldoorlog. Soms wordt het in het Russisch ook wel aangeduid als de Oorlog van 1812, wat bij Engelstaligen soms verwarring oplevert omdat die term in het Engels meestal gebruikt wordt voor de Oorlog van 1812 tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Europa in 1812
Op 25 Juli 1807 werd de Vrede van Tilsit gesloten tussen het Franse keizerrijk, Pruisen en Rusland. De voorwaarden van deze vrede zorgden op een aantal punten voor onvrede aan beide kanten:- Ten eerste was een van de voorwaarden van de vrede dat Rusland zich nu ook moest houden aan het continentale stelsel, een tegen de Britten gerichte handelsoorlog. Dit leidde tot klachten van de Russische handel en nijverheid omdat ze in de Britten een belangrijke handelspartner verloren. Omdat de Russische economie schade opliep stelde tsaar Alexander I voor enkele versoepelingen van het continentale stelsel in te voeren. Napoleon wilde daar niets van weten. Alexander besloot daarop het contact met de Britten toch te herstellen.
- Ten tweede was een onderdeel van de Vrede van Tilsit dat het Groothertogdom Warschau werd gecreëerd. De Russen zagen dit als een eerste teken van het herstel van Polen. Daar zaten ze niet op te wachten omdat ze een groot machtsblok aan de grens van Rusland als ongewenst zagen. Het beeld van het herstel van Polen werd nog eens versterkt toen in 1809 het Groothertogdom Warschau werd aangevuld met een stuk van Oostenrijk.
- Ten derde beloofde Napoleon de Donauvorstendommen aan Alexander te geven. Deze waren echter niet in het bezit van Napoleon, en vanwege de oorlogen met Oostenrijk en Spanje had Napoleon geen leger over om deze vorstendommen te veroveren. Alexander begreep dat hij de vorstendommen niet zou krijgen van Napoleon en besloot ze zelf te veroveren; hier was hij allerminst blij mee omdat Alexander net een vrede had gesloten met het Ottomaanse Rijk.
Eugène de Beauharnais Jacques MacDonald
Op 24 juni 1812 trok het Grande Armée bestaande uit 691.500 man, het grootste leger tot dan toe in de Europese geschiedenis, de rivier Memel (of Niemen of Nemunas) over in de richting van Moskou. De Grande Armée was als volgt ingedeeld:- De centrale aanvalsmacht met 250.000 man onder het persoonlijke commando van de keizer;
- Twee andere frontlegers onder Eugène de Beauharnais (80.000 man) en Jérôme Bonaparte (70.000 man);
- Twee aparte corpsen onder Jacques MacDonald (32.500 man) en Karl Schwarzenberg (34.000 Oostenrijkse troepen);
- Een reserveleger van 225.000 troepen.
Het merendeel van het leger werd gevormd door 250.000 Fransen (50% cavalerie en 35% infanterie). Naast het gedetacheerde leger van het Oostenrijkse korps onder Schwarzenberg waren er 95.000 Polen, 90.000 Duitsers (24.000 Beieren, 20.000 Saksen, 20.000 man uit Pruisen, 17.000 man uit Westfalen en enkele duizenden van kleinere Rijnlandstaten), 25.000 Italianen, 12.000 Zwitsers, 4800 Spanjaarden, 3500 Kroaten en 2000 Portugezen. Kortom: elke natie binnen Napoleons Rijk was vertegenwoordigd.
Volgens de modernste schattingen was het Russische Leger aanvankelijk kleiner in aantal dan de Fransen. Ongeveer 280.000 Russische troepen waren verspreid langs de Poolse grens opgesteld, in voorbereiding op de geplande invasie van de Franse satellietstaat Hertogdom Warschau door tsaar Alexander I. De Russische legers bestonden in totaal uit ongeveer 500.000 man; De schattingen lopen uiteen van 350.000 tot 710.000, al zou een aantal van ongeveer 400.000 mogelijk waarschijnlijker zijn. Deze troepen waren verdeeld over drie hoofdlegers:
- Het Eerste Leger van het Westen onder commando van generaal Barclay de Tolly met ongeveer 159.800 man;
- Het Tweede Leger van het Westen onder commando van generaal Bagration met 62.000 man;
- Het Derde Leger van het Westen onder commando van generaal Tormasov met ongeveer 58.200 man.
De Slag bij Borodino was de bloedigste dag uit de veldtocht
De veldtocht begon op 23 juni 1812. Napoleon had kort tevoren een laatste bod voor vrede gestuurd naar Sint-Petersburg. Hij kreeg echter nooit antwoord en dus gaf hij bevel om Russisch Polen binnen te trekken. Hij verklaarde: "Over twee maanden vraagt Rusland mij om vrede" ('Avant deux mois, la Russie me demandera la paix'). Dat bleek echter een misvatting.Hij ontmoette aanvankelijk weinig weerstand en trok snel het vijandelijk gebied binnen. De Russische opperbevelhebber Barclay weigerde om te vechten ondanks het aandringen van Bagration. Verschillende malen probeerde hij een sterke defensieve positie op te zetten, maar elke keer bleek het oprukkende Franse leger te snel voor hem om zijn voorbereidingen te voltooien, waardoor hij steeds weer gedwongen was om zich terug te trekken. Dit wordt vaak een voorbeeld genoemd van de tactiek van de verschroeide aarde. Hierbij werden alle voorraden weggehaald en zelfs de waterputten vergiftigd, waardoor er in het Franse leger allerlei besmettelijke ziekten uitbraken. Napoleon werd door deze tactiek gedwongen om het gebied steeds verder binnen te gaan met gebrek aan voorraden en vele schermutselingen. Op 15 augustus, Napoleons verjaardag, trokken zijn troepen de rivier de Dnjepr over.
De politieke druk op Barclay om de strijd aan te gaan en zijn hardnekkige weigering, die door het volk als onvergeeflijk werd beschouwd, leidde tot zijn ontslag van de positie van opperbevelhebber en hij werd daarop vervangen door de opschepperige, maar populaire generaal Michail Koetoezov. Ondanks zijn retoriek dat hij het anders zou doen, bleef hij in wezen precies dezelfde weg volgen als Barclay had gedaan, omdat hij meteen wel zag dat een directe confrontatie met de Fransen in het open veld zou leiden tot het onnodig opofferen van zijn legers. Hij wist uiteindelijk, na de onbesliste Slag bij Smolensk van 16 tot 18 augustus, een defensieve positie te creëren bij Borodino.
De Slag bij Borodino op 7 september was de bloedigste strijddag in de napoleontische oorlogen. Het Russische leger kon slechts de helft van haar troepen mobiliseren op 8 september en werd gedwongen om zich terug te trekken, waarbij de weg naar Moskou openviel. Koetoezov gaf daarop opdracht om de stad te evacueren.
Op dat punt waren de Russen erin geslaagd om grote aantallen versterkingen aan het leger toe te voegen, waardoor het totale aantal van de landtroepen in 1812 op hun hoogtepunt kwam met 904.000 man. Hierbij moeten misschien nog eens 100.000 uit de nabije omgeving van Moskou worden opgeteld, die bestonden uit de verspreide troepen van Koetoezov na de slag bij Borodino, die zich toen aan het hergroeperen waren.
Napoleon in Moskou
Napoleon zou later verklaren dat als hij veertien dagen later uit Moskou was vertrokken, hij Koetoezovs leger, dat bij Taroetino was gelegerd, had kunnen vernietigen. Hoewel dit de verdediging van Rusland niet weerloos zou hebben gemaakt, zou hij daarmee het land wel hebben ontdaan van het enige leger dat in staat was om de Fransen te treffen in de strijd.
Napoleon's terugtrekking uit Moskou
Vanwege het gebrek aan voedselvoorraden en een dreigende Russische aanval, vertrok Napoleon uiteindelijk op 20 oktober zonder een capitulatieverklaring of een antwoord op zijn vredesvoorstel aan tsaar Alexander I, uit de stad en begon aan de lange weg terug. Gedurende het vijf weken durende verblijf in Moskou verloren de Fransen 15.500 man. De rancuneuze Napoleon gaf echter, voor het verlaten van de stad, nog opdracht om het Kremlin, de oude citadel die dateert van de stichting van de tsarenmonarchie der Romanovs, en alle nog intact zijnde openbare gebouwen te vernietigen. Vele ontstekers lieten het echter afweten en al was de schade groot, het Kremlin werd niet echt vernietigd.
Het bedreigende leger van Koetoezov en de Kozakkenaanvallen dwong de resten van de Grande Armée dezelfde route te nemen over Smolensk, Korytnia, Nov, Krasny, Ladi, Orsja, door verlaten en verwoeste steden en dorpen heen, als op de heenweg. Koetoezov zette opnieuw partizanentactieken in, waarbij constant steekaanvallen werden gedaan op de Franse troepenlijn waar deze het zwakst was. De lichte Russische cavalerie, waaronder bereden kozakken, vielen geïsoleerde Franse eenheden aan en verspreidden die. Bij deze terugtocht na het verlaten van Smolensk vernam Napoleon dat de Russische bevelhebber Malojaroslavets hem bij Krasny de pas zou afsnijden. Om zich te wapenen tegen een eventuele gevangenschap verzocht Napoleon dokter Yvan hem een dosis vergif te bereiden dat hij voortaan in een zwart zijden zakje om zijn nek droeg.
De bevoorrading van het leger werd onmogelijk: door het gebrek aan gras raakten de overgebleven paarden van het leger verzwakt, waarbij ze bijna allemaal stierven of werden gedood door hongerige soldaten. Omdat de paarden verdwenen, hield de Franse cavalerie ook op te bestaan, waardoor cavaleriesoldaten gedwongen werden om in hun ongemakkelijke kaplaarzen verder te lopen. Daarnaast betekende het ontbreken van paarden dat kanonnen en wagens moesten worden achtergelaten, waardoor het leger zonder artillerie en bevoorradingskonvooien kwam te zitten. Hoewel het Franse leger na de veldtocht in 1813 al vrij snel het gebrek aan artillerie wist aan te vullen, vormde de achterlating van de bevoorradingswagens een enorm probleem voor het verdere verloop van de oorlog, aangezien duizenden van de beste militaire wagens werden achtergelaten in Rusland. De honger dreef de soldaten er verder toe om alles te eten wat maar voorhanden was, paarden en zelfs honden en katten. Toen de honger en ziektes hun tol begonnen te eisen en de koude herfstregens overgingen in de ijskoude winter waarbij bevriezing nog meer levens eiste, vloog ook het aantal soldaten dat deserteerde omhoog. De meesten van deze gedeserteerden werden echter ofwel gevangengenomen of direct geëxecuteerd door Russische boeren. Het Russische woord sjaromyzjnik (Russisch: шаромыжник; "bedelaar", "bedrieger") komt van het Franse 'cher ami' ("beste vriend"), aangezien de soldaten de lokale bevolking om hulp smeekten tijdens de extreem koude winter. De alomtegenwoordige kozakken die de slinkende Grande Armée als hyena's beslopen, grepen de achterblijvers en de gewonden, beroofden hen van de uit Moskou geroofde buit. Toen de koude intenser werd, schiepen de kozakken er een genoegen in om deze ongelukkigen tot op de blote huid uit te kleden en hen naakt achter te laten in de besneeuwde wildernis.
Prianishnikov 1812
De Slag aan de Berezina zorgde voor een nieuwe nederlaag, doordat Koetoezov, die had besloten dat de tijd rijp was voor een open veldslag, het gedeelte van het Franse leger aanviel en vernietigde dat nog niet de brug over de Berezina was overgetrokken. Napoleon en zijn directe entourage (de Keizerlijke Garde, zijn secretariaat, de schatkist en zijn uit Moskou geroofde privé-buit) wist evenwel samen met het meest weerbare deel van zijn leger te ontsnappen naar Vilnius via een door Nederlandse pontonniers onder bevel van George Diederich Benthien te Stoedzjenka gebouwde noodbrug over de Berezina deels door een list (generaal Tsjitsjagov werd door desinformatie naar het zuiden gestuurd), deels door incompetentie van ruziënde Russische generaals (Wittgenstein wilde zich niet onder het bevel van Tsjitsjagov plaatsen en negeerde de bevelen van Koetoezov).Begin december 1812 vernam Napoleon dat generaal Claude de Malet gepoogd had om een staatsgreep te plegen in Frankrijk. Hij verliet daarop het leger in een arrenslee om terug te keren naar huis en liet het bevel over het leger over aan maarschalk Joachim Murat met het bevel Vilnius niet uit handen te geven. Door zijn vroegtijdig vertrek zette hij echter kwaad bloed, omdat hij hiermee zijn leger in de steek liet. Murat deserteerde vervolgens later om zijn Koninkrijk Napels te verdedigen, waarbij hij het bevel over het leger liet aan Napoleon's voormalige stiefzoon Eugene de Beauharnais.
In de daaropvolgende weken verminderde de Grande Armée, dat de oversteek van de Berezina overleefd had, sterk in aantal door ondervoeding en de extreme koude. Men ging zich zelfs te buiten aan kannibalisme. Het sterk uitgedunde leger sjokte bij een temperatuur van -37,5 graden Celsius verder tot zij op 7 december in een van oorlogsgeweld gespaard Vilnius aankwamen, daarna verder in westelijke richting tot een spookleger in het Oost-Pruisische Koningsbergen aankwamen, waar Franse reserve-eenheden gestationeerd waren. Twee dagen eerder vertrok Napoleon richting Parijs waar hij op 18 december arriveerde. De keizer vond dat nu zijn aanwezigheid in Parijs geboden was, in het belang van Frankrijk, het keizerrijk en het leger zelf. In een communiqué in het Franse staatsblad "Le Moniteur" kondigde Napoleon zijn terugkomst aan met de woorden: "De Keizer is op weg naar Parijs en heeft zich nooit beter gevoeld". Deze boodschap had hij al op 3 december in Molodetsjno opgeschreven in het 29e Bulletin van de veldtocht met de toevoeging dat deze pas op 16 december mocht kenbaar gemaakt worden. Hij liet hier wel niet na de omvang van zijn nederlaag te vermelden.
Slechts ongeveer 18.000 tot 22.000 man van Napoleons leger overleefde de veldtocht. De Russen verloren tijdens de weinige gevechten in het open veld ongeveer hetzelfde aantal soldaten, maar de verliezen onder de burgerbevolkingen langs het verwoeste oorlogspad lagen nog veel hoger. In totaal kwamen ongeveer 1 miljoen mensen om het leven, ongeveer gelijk verdeeld tussen de Fransen en de Russen. De militaire verliezen bedroegen: 300.000 Fransen, 70.000 Polen, 50.000 Italianen, 80.000 Duitsers en mogelijk 450.000 Russen. De Fransen verloren daarnaast ongeveer 200.000 paarden en meer dan 1.000 artilleriestukken. Toen de eerste Russische kozakken het Duitse grondgebied binnentrokken, liepen de Pruisen en verscheidene andere Duitse staten massaal over naar de Russen, wat leidde tot de Zesde Coalitie.
De Sint Annakerk in Vilnius, waar Napoleon zo van gecharmeerd was, dat hij het wel mee had willen nemen
Historische betekenis
Napoleon was niet volledig verslagen in Rusland. In het jaar daarop zou hij een leger van ongeveer 400.000 Franse troepen weten te verzamelen, gesteund door een kwart miljoen geallieerde Franse troepen om te strijden om de heerschappij over Duitsland in een nog grotere campagne. Pas bij de beslissende Slag bij Leipzig (ook wel Volkerenslag genoemd), van 16 tot 19 oktober 1813, werd hij definitief verslagen. Maar daarna voerde hij zelfs opnieuw een campagne in Frankrijk in 1814 tot hij uiteindelijk totaal verslagen werd bij de Slag om Parijs. De veldtocht naar Rusland had echter duidelijk gemaakt dat Napoleon niet onkwetsbaar was. Duitse nationalisten, aangevoerd door Pruisische nationalisten en Russische leiders, roken hun kans en kwamen in opstand door de hele Confederatie van de Rijn en Pruisen. De beslissende Duitse campagne zou waarschijnlijk niet zijn ontstaan zonder de duidelijke boodschap die vanuit Rusland naar het gebied kwam.
De Russische overwinning verstevigde de politieke macht (bij het Congres van Wenen) en de militaire slagkracht (Krimoorlog tegen de Turken en de dreigende greep om het Middellandse Zeegebied met de steeds aanwezige drang naar warme en open wateren) van de volgende tsaren in de daaropvolgende decennia. In de tweede helft van de 19e eeuw bloeide Rusland cultuur op met hoogtepunten in de muziekcultuur (het Machtige Hoopje met Mili Balakirev, Alexander Borodin, César Cui, Modest Moessorgski en Nikolaj Rimski-Korsakov) en de zogenoemde Gouden Eeuw van de Russische literatuur met Lermontov, Gogol, Toergenjev, Tjoettsjev, Dostojevski, Tolstoj, Tsjechov en Poesjkin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten